Een stakker die in het duister tast
Bancorama 2000 nummer 2 Zaterdag 15 April 2000In de buurtwinkel hoor ik twee moeders praten over hun puberdochters. Dat die meiden toch zo lastig kunnen zijn. Dat ze altijd hun troep laten slingeren. Dat ze dus nooit hun kamer opruimen. Dat ze er niet uit zien met al die verf op lippen en oogleden. Maar het ergste is dat ze, thuis althans, zo vaak de bokkenpruik op hebben. "En ik kan veel hebben, ik slik een heleboel, maar niet alles," zegt een van de moeders. "Er zijn grenzen," beaamt de ander.
Ze zien er een beetje triest uit, die moeders. Ik heb medelijden met ze. Want de tijd dat mama in de ogen van het kind een mengeling was van een goede fee en een engel is voorbij.In plaats daarvan is er ruzie en onbegrip. En dat doet pijn. Ik heb zelf geen dochters, maar wel twee zoons, die gelukkig hun puberjaren voorbij zijn. En ik weet zelf nog wel hoe het was om puber te zijn. Mijn moeder had precies dezelfde klachten als de moeders in de buurtwinkel. Het was in de heftige jaren zestig. De tijd van de provo's en later van de flower-power. De vrije opvoeding deed toen zijn intrede. Het antwoord van veel jonge ouders op hun eigen, te strenge, opvoeding. Ze moesten niets weten van "ouderlijk gezag", en vonden dat een kind zijn eigen grenzen moest bepalen. Jaren later bleek dat de vrije opvoeding het toch ook niet was. Want inmiddels weten we dat kinderen behoefte hebben aan grenzen. En dat een jong kind echt zelf niet in staat is te bepalen wat wel en niet mag en kan.
De vrije opvoeding van de jaren zestig is dus niet meer zo in trek, tegenwoordig. Althans de filosofie ervan werkt niet meer. Kinderen die toch nog vrij worden opgevoed hebben vaak te toegeeflijke ouders, die hun kind niets kunnen weigeren. Die arme kinderen. Iedere wens van hen wordt vervuld, ze mogen alles en zullen later waarschijnlijk zeer veel moeite hebben met tegenslag. Er zijn ook kinderen die vrij worden opgevoed door onverschillige ouders. Er wordt gewoon niet naar die kinderen omgekeken. Ze kunnen doen en laten wat ze willen. Onbegrijpelijk, zulke ouders. Waarom wil een mens in vredesnaam kinderen om vervolgens geen aandacht aan hen te schenken? Aandacht is een mensenrecht!
Een goede opvoeding ook. Maar terwijl men voor elk beroep een diploma nodig heeft, wordt er van ouders verwacht dat ze automatisch capabel zijn om een kind groot te brengen. Kinderen goed opvoeden is eigenlijk de moeilijkste klus die een mens maar kan klaren. Wim Sonneveld zei het ooit al in een conference: "Een opvoeder is een stakker die in het duister tast." Zelfs deskundigen weten het soms niet, ook al menen ze van wel. Maar de een denkt zus, de ander zo. De meeste pedagogen zijn het er echter wel over eens dat een kind liefde, aandacht en structuur nodig heeft.
De meest ouders weten dat ook, en daarom komt het ook meestal wel in orde met de opvoeding. Maar er zijn momenten waarop pa en ma het ouderschap even niet meer zien zitten. Want die lieve schatjes van kinderen kunnen bij hun ouders soms het bloed onder de nagels vandaan treiteren. Laatst vroeg een kennis, een moeder van een peuterpuber en een lastige kleuter ten einde raad mij om advies. Tenslotte was ik ervaringsdeskundig, zei ze. Maar ik weet ook niet veel. Ik ben ook maar een stakker die in het duister tast. Daarom adviseerde ik haar een oudercursus te volgen of een boek over opvoeding aan te schaffen. "Niet alles uit zo'n boek zal je aanspreken. Maar je moet gewoon de adviezen eruit halen die voor jou waardevol zijn," zei ik. Zelf heb ik veel aan de beroemde "Gordon" methode gehad. Een ander boek voor ouders is het Handboek Positief opvoeden van Ciel Heintz. Dat schijnt een zeer goed boek te zijn met onderwerpen als motiveren, actief luisteren, consequent zijn enzovoort. Ook staat het boek stil bij je eigen handelen en het geeft een levensles mee waar je voor de rest van het leven iets aan kunt hebben. (Bron: het vaktijdschrift Kinderopvang.)
Dit was de enige raad die ik had voor mijn kennis. Maar ik heb nog wel een troost. Ook moeilijke tijden met (peuter)pubers gaan voorbij. En, zoals eerder vermeld, het is belangrijk grenzen aan te geven. En te proberen om die tijd ondanks ruzies en onbegrip zo goed mogelijk door te komen. Zodat jij en je kind later weer in harmonie verder kunnen gaan.
Dini Commandeur.