Maandagochtend
Maandag 16 Juli 2018 Floris de kat haalt me met zijn geschreeuw uit bed. Het is kwart over zes in de ochtend, en hij is al minstens een half uur aan het blèren en het schreeuwen. Vannacht trouwens ook, maar dat was zover ik weet maar een paar keer. Onze, doorgaans, schat van een kat lijdt aan dementie en dat zullen we weten ook. Hij is vaak in de war en zet dan een keel van vanjewelste op. Zijn dag- en nachtritme is verstoord. Overdag slaapt hij. Tot in de avond, wanneer de onrust weer de kop opsteekt. Nu is hij dus wakker en ik geef hem zijn ochtendhapje inclusief de pil die het dementieleed schijnt te verzachten. Hij blijft onrustig. Intussen lees ik de krant, maak mijn ontbijtje, terwijl hij in en uit de kamer loopt en zich af en toe luid laat horen. Tenslotte blader ik de Libelle door met Floris op schoot. Zo komt hij even tot rust. Maar niet voor lang, want er is meer te doen. De afwasmachine uitruimen. De afvalcontainers worden opgehaald, dus alle prullenbakken moeten geleegd, de kattenbakzak verschoond. De nieuwe vuilniszak laat zich moeilijk openen, dat vergt altijd veel tijd en vooral veel geduld. Floris drentelt intussen rond mijn voeten. Af en toe schreeuwt hij weer even. Aandacht helpt, dan weet hij weer dat hij gewoon thuis is.Ik doe een strijk, en daarna kan ik aan de slag met het leuke werk: schrijven. Het is nu stil in huis. Floris schreeuwt niet meer, hij is inmiddels diep in slaap. Je zou er bijna jaloers op worden, want om zo heerlijk te slapen, dat zou ik ook wel willen.
Maar de zon schijnt. Dus laat ik het schrijven voorlopig voor wat het is. Ik ga naar buiten. Floris merkt het niet eens. Hij slaapt, en slaapt, en slaapt.