Dit blog...

Welkom op de website van Dini Commandeur. Als columniste heeft Dini een flink aantal columns voor verschillende bladen geschreven. Daarnaast schrijft Dini af en toe korte verhalen. Deze columns en verhalen zijn op deze website beschikbaar voor iedereen. Periodiek worden hier ook de nieuwste columns en verhalen gepubliceerd.

Archieven

01 Jan - 31 Dec 2023
01 Jan - 31 Dec 2022
01 Jan - 31 Dec 2021
01 Jan - 31 Dec 2020
01 Jan - 31 Dec 2019
01 Jan - 31 Dec 2018
01 Jan - 31 Dec 2017
01 Jan - 31 Dec 2016
01 Jan - 31 Dec 2015
01 Jan - 31 Dec 2014
01 Jan - 31 Dec 2013
01 Jan - 31 Dec 2012
01 Jan - 31 Dec 2011
01 Jan - 31 Dec 2010
01 Jan - 31 Dec 2009
01 Jan - 31 Dec 2008
01 Jan - 31 Dec 2007
01 Jan - 31 Dec 2006
01 Jan - 31 Dec 2005
01 Jan - 31 Dec 2004
01 Jan - 31 Dec 2003
01 Jan - 31 Dec 2002
01 Jan - 31 Dec 2001
01 Jan - 31 Dec 2000
01 Jan - 31 Dec 1999
01 Jan - 31 Dec 1998
01 Jan - 31 Dec 1997
01 Jan - 31 Dec 1996
01 Jan - 31 Dec 1995
01 Jan - 31 Dec 1994
01 Jan - 31 Dec 1993
01 Jan - 31 Dec 1991
01 Jan - 31 Dec 1990
01 Jan - 31 Dec 20
01 Jan - 31 Dec 08
01 Jan - 31 Dec 00

E-mail

Mail

Links

dini's site in english
dini's site in dutch
Veel meer columns
en nog meer columns
Leeskring
B9-Literatuur
Schrijverspunt

Zoek!

Overig

Powered by Pivot - 1.40.7: 'Dreadwind' 
XML: RSS Feed 

« Even bijpraten | Home | Geheugen 1000 gigabyt… »

Waar is de adelaar

Interface 2007 nummer 4 Woensdag 15 Augustus 2007

We hebben vakantie en vieren dat in our second homeland America. Het is heerlijk om hier weer te zijn. Er is zoveel te zien. Maar vandaag houden we een rustig dagje. We zitten in de tuin van het motel te genieten van het mooie weer. Het heeft lang niet geregend en verder weg woeden bosbranden.

Dat merkten we toen we van Atlanta, Georgia, naar Jacksonville in Florida vlogen. Maar hier in Starke herinneren alleen de blushelikopters die af en toe overvliegen ons aan het vuur verderop.

Vandaag houden we dus een kalme dag. Heerlijk luieren, zwemmen in “the pool” een beetje lezen en een praatje maken met de eigenaren van het motel, Halina en Lester. Zij komen uit Polen en zijn twintig jaar geleden met hun zonen naar Amerika geëmigreerd. En met Halina’s moeder. Halina’s moeder is aardig, ze glimlacht veel. Ze zit een flink deel van de dag zwijgend op een stoel voor het motel. Ze kijkt dan naar haar “tuintje” van plastic potplanten. En naar Coochie, Halina’s teckeltje-dat-denkt-dat-hij-een herdershond is. In al die jaren in Amerika heeft Halina’s moeder één zinnetje Engels geleerd: “I don’t speak English.” Wij voeren onze gesprekken dan ook in gebarentaal. Daar komen we niet zo ver mee, maar dat hoeft ook niet. We mogen elkaar en begrijpen elkaar. Achter het motel houdt Lester geiten en kippen. De geiten houden het gras daar kort, onder het wakend oog van Pa Bok. Af en toe draaft de kudde luid blatend naar de voorkant van het motel, waar het gras blijkbaar lekkerder is. Ook nu is het weer zover, en Coochie, die dus denkt dat hij een herdershond is, jaagt ze met veel kabaal weer terug naar achter. Daarna is het stil in de tuin, maar niet voor lang. Motels liggen immers vrijwel altijd langs de snelweg, het verkeer raast constant voorbij. Aan de overkant zien we in de verte de goederentrein gaan. Het indringende waarschuwingsgefluit van de trein horen we dag en nacht. De geluiden zijn dus divers in onze moteltuin, het verkeer, de trein, het gehinnik van een paard uit een manege in de buurt, zingende vogels, het gekraai van de haan, blatende geiten, het geblaf van Coochie. Dit is “our second home”, dit motel in Florida. Halina is blij dat wij weer bij haar te gast zijn. Toen we hier deze keer arriveerden wachtte Lester ons op, het was al middernacht, Halina sliep. We waren zo laat omdat we een paar vluchten later moesten nemen, onze binnenlandse vlucht was “over-booked”. We mochten in een hotel in Atlanta slapen op kosten van de vliegtuig­maatschappij, of pas om half negen ’s avonds vertrekken. Wat dus betekende dat we heel laat in Starke zouden arriveren. Toch kozen we voor het laatste. Halina was ontroerd toen ze dat hoorde. “Jullie wilden dus bij ons slapen en niet in een vreemd hotel,” zei ze vertederd. En zo was het. Wij komen hier graag, we zijn hier zo thuis.

Nu zitten we in de tuin, luisterend naar alle geluiden, genietend van het groen om ons heen, en de prachtige wolkenlucht. Boven ons vliegt een adelaar. Ik maak er gauw een foto van. Adelaars zien we hier veel, en er zal vast nog wel een in de buurt zijn, adelaars zie je meestal met z’n tweeën. En ja, vanachter het motel komt nog een adelaar te voorschijn en even zweven ze samen door het luchtruim, dan verdwijnt de laatste weer achter het motel. De ander vliegt boven de snelweg. O alsjeblieft, denk ik, laat dat beest toch niet denken dat daar een prooi is. Op of langs de weg liggen vaak doodgereden dieren, maar adelaars zijn toch geen aaseters?

Het is even heel rustig op de weg, er is helemaal geen verkeer. Het is stil, op het geluid van de zingende vogels in de palmbomen na. De adelaar zweeft rondjes, zet de landing in en verdwijnt uit zicht. Even later dendert een vrachtwagen voorbij. En achter de vrachtwagen begint de verkeersstroom weer. We staren naar de lucht. De adelaar is geland, maar moet nu toch weer omhoog komen, met of zonder prooi. Maar we zien niets. Dan komt vanachter het motel de andere adelaar weer tevoorschijn. Het lijkt alsof hij zijn partner aan het zoeken is. Maar hij duikt niet naar beneden, en verdwijnt tenslotte weer achter het motel. En wij blijven maar naar boven staren. Waar is de adelaar, het dier moet nu toch allang weer te zien zijn. Maar er kwam een vrachtwagen langs…

De mooie ochtend verliest aan glans. Zou “onze”adelaar gegrepen zijn door de vrachtwagen? Hoe lang we ook omhoog kijken, er is niets te zien, geen adelaar, geen andere vogels, zelfs de blushelikopters blijven weg.

We pakken de draad van de dag maar weer op. We luieren, we lezen, we schrijven een brief, we zwemmen, we beantwoorden sms-jes. Later gaan we nog een eindje rijden. We voegen ons in de verkeersstroom, en daar, aan de rechterkant van de weg, ligt een grote platgereden vogel. Is het een adelaar? Onze adelaar? We zullen het nooit zeker weten.

‘s Avonds zitten we weer buiten. De avonden zijn mooi in Starke. Het ruikt zo lekker, en de krekels geven een gratis tsjilpconcert. De geiten mekkeren, maar Coochie hoeft nu niet op ze te passen, ze zijn opgesloten voor de nacht. Halina’s moeder zit ook buiten. Verder weg woeden nog steeds de bosbranden en we praten over de brandweerman die een babybeer uit de vlammenzee heeft gered. Hij is de held van de dag.

Het wordt donker. Halina’s moeder gaat naar binnen, en wij besluiten ook te gaan slapen. Binnen bekijk ik nog even op mijn digitale cameraatje de foto’s die ik vandaag heb gemaakt.. Van Coochie, van de geiten plus Pa Bok, de kippen, van het zwembad en de tuin.

En daar is de adelaar. Hoog in de lucht vereeuwigd met mijn camera.

Dini Commandeur


 

Design and implementation by Focusys