Een goed hart
Bancorama 1998 nummer 3 Maandag 15 Juni 1998Op een warme middag kom ik in de stad Els tegen. Els heet in het echt anders maar om privacy-redenen noem ik haar nu even Els. "Heb je tijd?," vraagt ze.
Ik heb Els in geen eeuwen gezien en gesproken, dus
natuurlijk heb ik tijd. Omdat de terrasjes op de Nieuwestad vol zijn, lopen we
naar de Prinsentuin, waar we een leeg bankje vinden. Hier kunnen we even rustig
praten. En denk maar niet dat de gesprekken met Els over koetjes en kalfjes
gaan. "Ben jij er al uit?" vraagt ze plompverloren. En zonder
antwoord at te wachten zegt ze dat zij het nog steeds niet weet. "Ik ook
niet," zeg ik, omdat ik geen flauw idee heb wat ze bedoelt. Het blijkt om
orgaandonatie te gaan. Zij heeft het formulier dat we in het voorjaar
ontvingen, nog niet teruggezonden. Een merkwaardig gespreksonderwerp op zo'n
zonnige middag. Maar Els heeft mijn volle aandacht, want net als zij kom ik er
ook niet uit. Het lijkt zo simpel.
Je gaat dood, althans, je wordt hersendood verklaard. Men neemt je organen uit je lichaam want daar kan jij toch niets meer mee. Anderen wel. En als het dus goed is, leven zij dankzij jou nog lang en gelukkig in de gloria. lets mooiers kun je als sterveling toch niet voor je medemens doen, dunkt me. Dus waarom dat getob en geaarzel? Waarom niet op het donorformulier JA aangekruist?
Bij mij is de twijfel ontstaan doordat ik hoorde van iemand die per ongeluk hersendood verklaard werd. Gelukkig voor hem was hij geen donor, waardoor hij nu nog vrolijk verder leeft. Els twijfelt omdat ze best haar organen wil afstaan maar niet aan iedereen.
Haar lever, bijvoorbeeld, schenkt ze liever niet aan een alcoholist, die zich de eerste tijd wel gedeisd zal houden met zijn drankinname, maar later misschien toch weer de fout ingaat. "Helaas heb je daar als donor geen stem in. Orgaandonatie is anoniem. Ik zou de garantie willen dat mijn organen goed terechtkomen."
Over mijn advies om dan alleen huidweefsel en hoornvlies af te staan heeft ze ook al nagedacht. Met de huid heeft ze geen moeite, maar haar hoornvlies, dat luistert nauw. Want ze heeft zoveel moois met haar ogen gezien en ze is bang dat haar hoornvliezen terecht komen bij iemand die daar misschien rare dingen op Internet mee bekijkt, of foute nachtfilms op t.v. 't Is misschien raar en overdreven, Els zit daar nu eenmaal mee. Maar eigenlijk maakt ze zich nog drukker om de organen van haar man Joop dan om haar eigen onderdelen. Joop heet trouwens in het echt anders, maar omwille van de privacy heet hij nu even Joop. Joop is een leuke man. Uiterlijk lijkt hij op een kruising tussen Danny DeVito en Phil Collins.
Hij is dus beslist geen Griekse god, maar Els vindt hem een snoepje. Hij heeft iets wat maar weinig mensen bezitten: charisma. En daarbij een hart van goud.
Hij wil dat hart uiteraard ooit afstaan. Maar hij laat de uiteindelijke beslissing aan Els over.
En Els heeft het erg moeilijk met het idee dat een letterlijk en figuurlijk goed hart misschien verkeerd terecht komt. Ik kan me dat wel voorstellen. "Aan de andere kant," zeg ik, "Als iemand hier in de gracht aan het verdrinken is, vraag je, voor je hem redt ook niet hoe hij in het leven staat." "Ik weet het, ik weet het," zucht Els. "Zoals een Joods spreekwoord zegt: 'Red je een leven, dan red je de mensheid.' Dus mijn geweten roert zich." Een geweten is iets moois maar als je het hebt, dan ben je wel ontzettend zwaar gehandicapt," citeer ik een zin uit een liedje van Jasperina de Jong. "Joop is een goed mens," zegt Els. "Hij wil al zijn organen afstaan en voor mijn part nemen ze ook alles. Maar met zijn hart heb ik moeite. Want stel dat zijn hart gaat kloppen in iemand die op z'n werk zijn medewerkers tiranniseert, thuis z'n vrouw treitert, de kinderen slaat en de hond schopt..."
Zo zitten we te tobben, Els en ik, op ons bankje in de Prinsentuin. Ik met mijn twijfels en de wetenschap dat waar gewerkt wordt, fouten worden gemaakt. Ook in ziekenhuizen, met de kans dat een fout fataal is. 'Per ongeluk' hersendood verklaard worden. Het zal je maar gebeuren. Maar garanties krijg je niet, en daarom kost het mij zo'n moeite het donorformulier in te vullen en op te sturen.
Els kan dat ook niet. Want zij wil de zekerheid dat een hart van goud niet verandert in een hart van steen.
Dini Commandeur
BANCORAMA nr. 3 - 1998
Column