Ruzie
Kinderopvang 2000 nummer 3 Zaterdag 25 Maart 2000Doorgaans is het tijdens de oppasuren een vrolijke boel bij ons thuis. Want Denzel en Demi zijn blijmoedige kinderen die meestal goedgemutst door het leven gaan. Maar soms hebben ze de bokkenpruik op. Ze zijn namelijk aan het peuterpuberen, dat hoort nu eenmaal bij driejarigen. Vandaag is het zo'n dag.
Ze willen niet spelen, ze huilen om niks, ze maken ruzie en er vallen zelfs klappen. En dat wil ik dus niet hebben. Even ruzie hebben mag, maar elkaar slaan is streng verboden. Toen ze anderhalf jaar waren hadden ze een poosje een slaan-periode, en dat probeerde ik ze af te leren. "Niet slaan, jullie moeten elkaar aaien," riep ik als ze er weer eens op los mepten. En warempel, op zeker moment leek mijn beleid effect te sorteren. Zodra de een last van losse handjes kreeg, riep de ander dat er geaaid moest worden. En teder streelden ze dan elkaars wangetjes en armpjes. Slaan was er niet meer bij. Maar nu zijn we dus terug bij af. "Je mag Denzel toch niet slaan, je moet hem immers aaien," zeg ik tegen Demi. Even kijkt ze me verbaasd aan. Dan daagt de herinnering. Met een gelaten zucht brengt ze een armpje omhoog en met een slap handje strijkt ze onverschillig langs zijn wangen. Denzel ondergaat het opgedrongen gebaar van affectie stoïcijns. Maar de ruzie is beslecht, gelukkig. "Wat zullen we gaan doen? Met de lego? Tekenen? Play-mobil? Autootjes?" vraag ik. Denzel wil uiteindelijk wel met de autootjes spelen. Maar Demi heeft vandaag echt haar dag niet. Wat ik ook voorstel, niets is goed. "Zullen we met de blokken spelen, Demi?" "NEE! WIL IK NIET!" schreeuwt ze. "Boekje lezen dan?" "NEE! WIL IK NIET!" "Och popje, wat is er toch met je," zucht ik. "JIJ MAG NIET POPJE ZEGGEN!" "O, sorry." "JIJ MAG NIET SORRY ZEGGEN!" "Goed schat, ik zal het niet meer doen," beloof ik. Ze kijkt me vuil aan, en doet er verder het zwijgen toe. Daar zitten we dan te niksen. En het regent, dus we kunnen ook niet naar buiten. "Zullen we de beeldjes gaan poetsen?" stel ik tenslotte voor. In het reglement van het gastouderbureau staat dat de gastouder zo weinig mogelijk huishoudelijk werk mag doen tijdens de opvanguren. Maar nergens staat vermeld dat de gastkindjes zélf niets huishoudelijks mogen doen. En ik zet ze weleens aan het werk. Want mijn bronzen beeldjes afstoffen, dàt vinden ze toch zo leuk. Demi zegt dan ook ja, dat wil ze wel, beeldjes poetsen. En Denzel wil ook meedoen. Ze krijgen elk een stofdoek, en ik haal de beeldjes uit de vitrinekast. Maar helaas, prompt is er weer ruzie. Eerst om het moeder-en-kindbeeldje. Daarna om de kleine Boeddha, terwijl de bronzen Hindoegod Shiva en zijn collega Ganesha driftig op de grond worden gegooid. Gegil en gekrijs klinkt door de kamer. Ik word er tureluurs van. Het laatste redmiddel dan maar: Het zemen van de suitedeurramen. Elk aan een kant van het raam beginnen ze met vochtige sponsjes over het glas te wrijven. Eerst nog met kwaaie kopjes. Maar dan, ijverig het raam tussen hen in boenend, wint hun gevoel voor humor het. En verdwijnt hun boze bui en hoor ik voor het eerst deze dag hun schaterlach.
Dini Commandeur