Opvoeding
Kinderopvang 2000 nummer 9 Maandag 25 September 2000Voor sommige ouders is het opvoeden een zware klus. Dat merk ik weleens als zulke ouders mij ongelovig vragen of ik het echt leuk vind, het gastouderschap. Zeker, ook wij gastouders hebben het niet altijd even gemakkelijk. Ook wij hebben te maken met zaken als de peuterpuberteit en driftbuien.
Maar ach, meestal duren die buien nooit zo lang. Daarbij passen de meeste gastouders alleen overdag op, dus van eet- en slaapproblemen merken we ook niet zoveel. De zorg voor gastkinderen is niet echt te vergelijken met de opvoeding van eigen kinderen. En ik kan vergelijken. Mijn zonen zorgden vroeger ook voor maaltijdoorlogen, slechte nachten et cetera. Later kwam de puberteit. Met opnieuw slapeloze nachten toen ze zich, uiteraard met ellenlange discussies over het tijdstip van thuiskomst, in het uitgaansleven stortten. Inderdaad, een kind groot brengen kan bij tijd en wijle een zware klus zijn.Soms wordt mij weleens om raad gevraagd. Tenslotte ben ik, met twee volwassen kinderen en twee peutergastkindjes ervaringsdeskundig, zei een vermoeide moeder laatst. Maar het enige advies dat ik bij opvoedproblemen geef is een oudercursus te gaan volgen. Of een boek over opvoedkunde te lezen. "En gebruik alleen díe adviezen die je aanspreken én die bij je passen," zeg ik dan. Want ik ken een moeder die vaak tegen haar kinderen schreeuwde. Maar na een oudercursus besprak ze haar ongenoegen op zachte toon, geduldig en redelijk. Zij kreeg van haar kinderen het verzoek om alsjeblieft weer normaal te doen. Zo kenden ze hun moeder niet. En ook voor zichzelf was ze een vreemde geworden. Die methode paste dus niet bij haar. Maar wat wél werkte waren haar "ik-boodschappen". En de complimenten die ze de kinderen gaf als ze bijvoorbeeld hun kamer hadden opgeruimd, of zonder ruzie de afwas deden. Die moeder ontdekte dat men met honing meer vliegen vangt dan met azijn. Zij hoefde niet eens meer te schreeuwen. De sfeer in huis verbeterde, en moeder en kinderen waren minder gestrest.
Het compliment is een krachtig hulpmiddel bij het opvoeden. Toen Demi en Denzel nog niet zo lang mijn gastkindjes waren, kwamen ze in de periode van overal aanzitten en alles uitproberen. "Nee popjes, dat mag niet," zei ik, als ze bijvoorbeeld de knopjes van de televisie in en uit drukten. Als ze de knopjes dan loslieten, riep ik uitbundig "goed zo," en dan zei ik dat ze flinke kindjes waren omdat ze van de tv afbleven. Die waardering werkte altijd. Ook nu nog krijgen ze elke oppasdag regelmatig een welgemeend compliment.
Vandaag gaan we naar de drogist. Demi ligt lekker te slapen in de tweelingwagen, terwijl Denzel samen met mij de wagen duwt. Maar bij de drogist gaat zijn interesse uit naar allerlei lekkere en leuke dingetjes, precies op zijn ooghoogte uitgestald. Erg verleidelijk voor een jongetje van drie. "Nergens aankomen, schat," waarschuw ik. "Nee," belooft hij, en doet voor de zekerheid zijn handjes op z'n rug. Als we even later weer buiten zijn, zegt hij trots: "Ik ben nergens aangekomen." Ik zeg dat hij heel flink is geweest. "Goed zo, Denzel. Je bent een grote jongen." Hij straalt. En hij wil even knuffelen. Ik krijg een kus. "Ik ben jouw beste vriend," zegt hij. En zo is het.
Dini Commandeur