Dit blog...

Welkom op de website van Dini Commandeur. Als columniste heeft Dini een flink aantal columns voor verschillende bladen geschreven. Daarnaast schrijft Dini af en toe korte verhalen. Deze columns en verhalen zijn op deze website beschikbaar voor iedereen. Periodiek worden hier ook de nieuwste columns en verhalen gepubliceerd.

Archieven

01 Jan - 31 Dec 2023
01 Jan - 31 Dec 2022
01 Jan - 31 Dec 2021
01 Jan - 31 Dec 2020
01 Jan - 31 Dec 2019
01 Jan - 31 Dec 2018
01 Jan - 31 Dec 2017
01 Jan - 31 Dec 2016
01 Jan - 31 Dec 2015
01 Jan - 31 Dec 2014
01 Jan - 31 Dec 2013
01 Jan - 31 Dec 2012
01 Jan - 31 Dec 2011
01 Jan - 31 Dec 2010
01 Jan - 31 Dec 2009
01 Jan - 31 Dec 2008
01 Jan - 31 Dec 2007
01 Jan - 31 Dec 2006
01 Jan - 31 Dec 2005
01 Jan - 31 Dec 2004
01 Jan - 31 Dec 2003
01 Jan - 31 Dec 2002
01 Jan - 31 Dec 2001
01 Jan - 31 Dec 2000
01 Jan - 31 Dec 1999
01 Jan - 31 Dec 1998
01 Jan - 31 Dec 1997
01 Jan - 31 Dec 1996
01 Jan - 31 Dec 1995
01 Jan - 31 Dec 1994
01 Jan - 31 Dec 1993
01 Jan - 31 Dec 1991
01 Jan - 31 Dec 1990
01 Jan - 31 Dec 20
01 Jan - 31 Dec 08
01 Jan - 31 Dec 00

E-mail

Mail

Links

dini's site in english
dini's site in dutch
Veel meer columns
en nog meer columns
Leeskring
B9-Literatuur
Schrijverspunt

Zoek!

Overig

Powered by Pivot - 1.40.7: 'Dreadwind' 
XML: RSS Feed 

« Andere tijden | Home | This is America »

Dear William

artikel in briefvorm, april 2004 Zaterdag 10 April 2004 Leeuwarden, april 2004

 

DEAR WILLAM,

Ik schrijf deze brief terwijl de regen tegen de ramen klettert, en de wind de bomen in onze straat doet schudden: this is Holland. O, wat zou ik nu graag even in Florida zijn, bij het zwembad van ons motel zitten, en de zon op mijn gezicht laten schijnen. Maar ik ben thuis, in het natte Nederland, en ach, ook deze buien gaan wel weer voorbij. “All has a beginning, all has an end, “ filosofeert Joshua, een van mijn penvrienden vaak, en zo is het maar net. Joshua zit vast in de beruchte Bangkwang prison in Thailand. Hij zou zo graag willen dat ik hem eens bezocht, maar Thailand… ik weet het niet, hoor. Voor je het weet zit je daar zelf onschuldig in de bajes omdat iemand drugs in je tas heeft gestopt. Nu zie ik je fronsen, “ze is een beetje paranoïde”, denk je, en dat is eigenlijk ook wel zo. Dus misschien ga ik ooit toch nog eens naar Thailand, het schijnt een schitterend land te zijn. Toch lokt Florida me meer, al zit jij zeker niet in het mooiste gedeelte van deze zonnige staat. Maar ik kom niet voor de omgeving, ik kom daar om jou te bezoeken. De laatste keer dat we in de bezoekersruimte zaten vroeg je wat er precies gebeurt als ik de deur van de gevangenis binnenkom. En ik vertelde dat ik om jou te bezoeken altijd eerst moet wachten, buiten in de rij tussen de andere bezoekers. Dan een formulier moet invullen en een handscan maken, en weer naar buiten om te wachten tot de administratie is geregeld. En als ik dan eindelijk binnen ben moet ik wachten tot ik aan de beurt ben om mijn geld en sieraden te laten tellen. Alles wordt genoteerd, de zakken in mijn kleding worden onderzocht, en ik word gefouilleerd. En als dat alles gebeurd is, moet ik nog door een detectiepoort, mijn paspoort inleveren, en een visitorspasje opspelden. Ik krijg nog een onzichtbaar stempeltje op mijn hand en dan eindelijk kan ik via de knarsende hekken door de lange kooigang naar het gebouw van de dodencellen lopen. Zo gaat dat dus.

Je leeft in een naargeestige omgeving, William, in een van de meest sombere omgevingen die ik me kan voorstellen. Maar eenmaal in de bezoekersruimte doet dat er niet meer toe. De eerste keer was ik gewoon verbijsterd door de vrolijke stemming die in de bezoekersruimte heerste. Vijfentwintig terdoodveroordeelden zaten daar, en iedereen was zo blij met het bezoek. Ook deze keer was dat weer zo. Er werd gepraat, gewandeld, gescrabbeld, gegeten, gedronken, gelachen, gekaart. Weet je nog hoe we soms een poosje bij een van de ramen stonden, met uitzicht op de kooigang? Achter de gang was een grasveldje, daarop had iemand getracht een klein tuintje aan te leggen. En op dat armzalig lapje grond bloeide één enkele roos. Hoe trof dat mij. Die ene roos, die ondanks de arme grond daar dapper stond te bloeien. Jij maakte er later, toen ik alweer thuis was nog een kunstwerkje van. Je tekende een prachtige rode roos, in een tuintje met een hek. Maar je maakte het mooier dan het was: je fantaseerde er nog een blauwgele vlinder bij en een rode tulp.Fantasie is onontbeerlijk in de gevangenis, vandaar. En tulpen… Iedereen in Amerika lijkt van tulpen te houden. “Where are you from?” werd vaak aan mijn reisvriendin en mij gevraagd. En als ze hoorden dat we uit Nederland kwamen, dan werden ze lyrisch, die Amerikanen. Vanwege de tulips. En de molens natuurlijk. Jij bent ook een liefhebber van molens en tulpen, maar jouw speciale belangstelling gaat uit naar Friesland. Ik heb je ansichtkaarten van onze provincie gestuurd, water, weilanden, wolkenluchten, de boerderijen, grazend vee… Tijdens het bezoek vroeg je maar door over Friesland, o, die honger naar kennis over Friesland. En dan mijn gebrekkige Engels. Hoe kon ik je uitleggen hoe het is om in Harlingen bij de Steenen Man de frisse zeewind te ruiken? Ik probeerde het, terwijl we aan ons tafeltje zaten. Maar Florida ruikt zo anders, er is geen vergelijking, dus hoe kon ik je de geur van de Waddenzee uitleggen? En dat van de bossen van Appelscha? Trouwens, het verschil met de oneindige bossen in jouw omgeving is niet te vertellen. Hoe graag had ik in die bossen van Florida eens rondgezworven maar dat kon niet: te gevaarlijk. Want er leven kleine bruine beren, herten, everzwijnen, een soort lynxachtige diertjes en slangen. En heel veel muggen en teken. Nee, dan onze bossen, daar kun je veilig wandelen. Hoewel het oppassen is voor de teken, en de muggen ook behoorlijk kunnen plagen.

Maar in plaats van de bossen wandelden we door de bezoekersruimte. En ik vertelde over Harlingen, Sloten, Hindelopen, Dokkum, Sneek, en andere steden en dorpen. En Ameland, natuurlijk, want ook van Ameland heb je diverse ansichtkaarten, “Eemlènd” noemde je het. “Kom, laten we een autoritje maken,” zei ik, want ook bij mij sloeg de fantasie toe. En we reden door het prachtige Gaasterland, tuurden uit over het IJsselmeer, en later was jij zo onder de indruk van de Sneeker Waterpoort, en weer later stonden bij de Oldehove. We reden door het groene landschap, en je genoot zo van alles, de dorpjes in de late middagzon, de koeien, de paarden, de schapen… Ach William, hoe graag zou ik je dit alles écht willen laten zien.

Maar nee…dat zit er niet in. Jij zult de rest van je leven in de gevangenis blijven. Misschien ga je naar dat andere gebouw, dat we vanachter de ramen in de bezoekersruimte konden zien liggen. Dat is immers het gebouw van de langgestraften, waar mannen van vijftig jaar en ouder zitten. Velen van hen zullen daar tot hun dood moeten blijven. Joe, bijvoorbeeld, met wie ik ook schrijf. Maar ik mag hem van de gevangenisautoriteiten helaas niet bezoeken omdat ik jou al bezoek. Joe heeft vroeger ook in de dodencel gezeten. Maar de rechter bepaalde dat hij tijdens het misdrijf niet toerekeningsvatbaar was. En daarom kreeg hij uiteindelijk levenslang. Ik hoop dat, als jij weer voor de rechter moet verschijnen, ook hij ervan overtuigd zal zijn dat jij jezelf niet was toen het misging. Onder invloed van drugs ben je immers nooit jezelf? Drugs die je gebruikte omdat je een deel van je leven wilde vergeten. Dat deel van je leven toen je als jongeman van achttien jaar naar Vietnam werd gestuurd, en met zoveel anderen volledig getraumatiseerd uit de oorlog terug kwam.

De doodstraf is voor mij sowieso al onbegrijpelijk, maar het feit dat er inmiddels al zo velen door de Staat zijn vermoord, die net als jij aan het Vietnamsyndroom leden is voor mij helemaal niet te bevatten. En ik vind dat jij met meer dan achttien jaar dodencel al meer dan genoeg bent gestraft.

We stonden voor het raam en keken naar de roos. En jij wees naar het gebouw van de langgestraften. “Daar kom ik ook, Dini,” zei je. En ik knikte en zei dat ik je dan daar zou komen opzoeken, en dat we dan ook buiten mochten zitten en wandelen. Zou dat niet heerlijk zijn?

Een mens moet kunnen dromen van een betere toekomst. En als het jouw droom is om in het gebouw van de langgestraften te komen, dan droom ik met je mee. Over hoe je dagen dan zullen zijn, met meer bewegingsvrijheid, en werk, en je mag dan ook regelmatig telefoneren.

En je zult doorgaan met je kunstwerken te maken, brieven te schrijven, je zult lachen, zingen, vrolijk en ook wel eens verdrietig zijn. Kortom, je zult leven.

En ik zal je over Friesland blijven vertellen, mijn Friesland dat absoluut niet vergelijken is met jouw Florida. Maar wat zou je genieten als ik je Friesland zou kunnen laten zien. Je zou het hier zo mooi vinden.

Behalve het weer. Want het regent en waait nog steeds, en het is kil. Maar “all has a beginning, all has an end.” De zon komt echt wel weer tevoorschijn.

Tot de volgende keer, pas goed op jezelf, veel liefs,

 

Dini



Artikel in Friesland Post,  september 2005


 

Design and implementation by Focusys