Praten met plezier
Interface 2002 nummer 4 Donderdag 15 Augustus 2002Mensen zijn boeiend. Zo verschillend, ondanks het feit dat we kuddedieren zijn. Niets is zo interessant als mensen te observeren. En hun lichaamstaal trachten te ontcijferen, want de taal van het lichaam vertelt vaak zoveel meer dan woorden. Hoewel een goed gesprek natuurlijk ook nooit weg is.
Daar ben ik dol op, op een goed gesprek. Men mag me er nog net niet ’s nachts voor wakker maken, maar het scheelt niet veel. Met vriendinnen praten over van alles en nog wat, van levensproblemen tot de aanschaf van een nieuwe pannenset… Heerlijk vind ik dat. Eerlijk is eerlijk, over een pannenset ben ik sneller uitgepraat dan menig ander onderwerp, maar met variaties op het thema pan kom ik toch een heel eind.
Vaak gaat een gespreksonderwerp zijn eigen gang. Zoals laatst. Zat ik met een vriendin over televisieprogramma’s te praten en ineens hadden we het over de drugsproblematiek. Het gesprek kwam namelijk op een aflevering van het televisieprogramma “De Wandeling”. Daarin was een mevrouw aan het woord geweest, die haar zoon had verloren aan een overdosis. Zij had een stichting opgericht die verslaafden hielp om af te kicken. Consequent sprak ze in die televisie uitzending over “drugsverslaafden” en niet over “junks”. Want “junk” betekent “afval”, legde ze uit. Dat was even schrikken voor mijn vriendin en mij. Nooit bij stilgestaan dat je zonder erbij na te denken mensen “afval” kunt noemen, misschien wel het ergste scheldwoord dat er bestaat. Meteen besloten mijn vriendin en ik het woord “junk” in de ban te doen. Maar over het drugsprobleem waren we nog niet uitgepraat. Oplossingen om te voorkomen hoe een deel van de jeugd zich in de toekomst ter gronde zal richten, hadden we niet. “Je kunt er nog zoveel gesprekken over voeren, maar zolang er drugs geproduceerd worden zullen er verslaafden zijn,” verzuchtte mijn vriendin. Zij is moeder van twee kinderen in de zo kwetsbare puberteit. Kinderen die de wereld aan het ontdekken zijn. Reden genoeg om bezorgd te zijn. Maar ze is toch ook wel nuchter. “Niet huilen voor er klappen vallen,” is een wijsheid die haar voor in de mond ligt. Over opvoeding hebben zij en ik al veel gesprekken gevoerd. Want al zit mijn eigen opvoedkundige taak erop, een gesprek over het grootbrengen van kinderen kan me mateloos boeien.
En natuurlijk wordt er met vriendinnen over relaties gepraat. Soms zijn dat blijmoedige gesprekken, soms zwaarmoedige. De liefde blijft altijd interessant. Het grootste relatieprobleem, althans het probleem dat het meest ter sprake komt, is het gebrek aan communicatie tussen de partners. Want mannen en praten, soms gaat dat niet samen. “Althans, hij praat wel, maar hij zegt niks,” klaagt een kennis. En zij bedoelt daarmee dat er niet gepraat wordt over gevoelens. Vaak valt dan op dat een zwijgzame man het zwijgen van huis uit mee heeft gekregen. En het is een hele toer om praten over gevoelens en emoties aan te leren. Toch kan praten de redding van een relatie zijn. Bij veel mannen van de jongere generatie is dat inmiddels bekend, en zij hebben de tijd mee. Tegenwoordig mogen frustraties geuit en emoties getoond worden. Maar er ligt een ander gevaar op de loer, waar vooral de dertigers last van hebben. Druk bezig met carrière maken en de zorg voor jonge kinderen ontbreekt vaak stomweg de tijd of energie voor een goed gesprek. Of voor ruzie, want dat hoort er ook bij. Het is dus zaak om elkaar in drukke tijden niet kwijt te raken, want wat heb je in vredesnaam aan een vol bestaan maar een lege relatie?
En dan zijn er nog de
gesprekken over geluk. Vraag iemand naar zijn of haar definitie van geluk en je
komt al gauw uit op gezondheid, succes, geld. Laatst had ik met een docent van
een middelbare school een gesprek over geluk. Hij vertelde somber dat zijn
leerlingen hun geluk vooral zoeken in het materiële. En dat het WARE GELUK daar
natuurlijk niet te vinden is. We hadden er nog een hele discussie over, waarin
ik het niet kon laten een zegswijze te citeren uit het boekje “Duizend wegen
naar Geluk” van David Baird: “Komt geluk met rijkdom, of komt rijkdom met geluk?”
“Geluk is waar je blij van wordt,” hoorde ik ooit een kind zeggen. En ík word blij van een goed gesprek, van praten met plezier. Maar ook kan ik blij worden van zwijgend in de zon op een terrasje zitten. Gewoon mensen kijken. Want niets is immers boeiender dan de mens?
Dini Commandeur