Het mannetje op de kast
Zondag 03 December 2017 Eindelijk was het zover. Na een poos uitstel, (de aannemer had meer klanten en maar één paar handen) werd de kamer opgeknapt. Samen met mijn echtgenoot ging hij aan de slag. Er werd voor nieuwe verlichting gezorgd. Er kwam een ander plafond. Er werd gesloopt, getimmerd, geverfd.
Ons huis is gebouwd in 1935. In de loop der jaren is er al veel aan veranderd, maar sommige dingen wilden we niet veranderen. De kamers-en-suite met de glas in lood schuifdeuren bijvoorbeeld, die willen we echt niet kwijt. "En voorzichtig met het marmer van de schoorsteenmantels a.u.b.," zei ik tegen de harde werkers. De bovenkant van de schoorsteenmantels was trouwens niet van marmer. In de voorkamer was daar door vorige bewoners hout op aangebracht, in de achterkamer tegeltjes. Waarschijnlijk, zo dachten we, omdat dat deel van het marmer beschadigd was.
Maar nu moest dat hout eraf vanwege nieuw elektriciteitsdraad of iets dergelijks. En tot onze grote verrassing kwam er in de voorkamer een puntgaaf marmeren bovenblad te voorschijn. Een onverwacht en prachtig cadeau van ons huis.
Ons huis had nog meer verrassingen in petto. Ooit moet er tengeldoek op de kasten bevestigd zijn geweest. Behang er over en klaar. Zo ging dat in die jaren. Later verwijderden eerdere bewoners het tengeldoek en behang en kwam er een houten plaat op de kast. Af en toe een nieuw verfje erover en dat kon het weer voor een poosje. Maar nu werd die plaat weggehaald en zagen we de originele paneeldeuren verschijnen. En op een van de panelen was het hoofd van een mannetje geschilderd. Een mannetje met een hoed en een bril. Bepaald geen groots kunstwerk, maar toch. Een mannetje geschilderd door een kunstenaar die blijkbaar wat verf over had voor het tengeldoek op de kast ging. Of juist toen het tengeldoek er jaren later af ging, en de plaat triplex werd bevestigd. Na al die jaren in het donker kwam hij nu weer tevoorschijn. Een nieuwe verrassing uit het verleden van ons huis.
Het zette me trouwens aan het denken. Want in onze vooroorlogse wijk moet in de loop der jaren van alles zijn gebeurd en veranderd. Vlak voor de oorlog was Huizum-West nog een jonge wijk. Met jonge gezinnen. In de oorlog werd het park aangelegd, en daarachter was weiland. Dat is me jaren geleden verteld door iemand die in de oorlogsjaren in de wijk woonde. Bij razzia's konden jonge mannen maar het beste via de steegjes in de wijk ontsnappen en niet via het weiland, dat was te gevaarlijk. Dat werd je gezien en opgepakt en moest je naar Duitsland. Of er echt veel razzia's waren weet ik niet en of het verhaal van de verteller klopt weet ik ook niet, want het geheugen is immers het meest onbetrouwbare onderdeel van ons lichaam. Maar wat wel klopt is dat alle oude huizen in onze wijk hun eigen verhaal hebben. En in de keukentjes werd de afwas nog met de hand gedaan, soms onder meerstemmig gezang door moeders en dochters. Misschien verbergen ook meer huizen in onze wijk zoiets als een schilderwerkje van de onbekende kunstenaar die destijds in de huizen aan het werk was. Maar misschien was het ook wel de toenmalige eigenaar van ons huis die de kwast pakte en het mannetje schilderde. We weten het niet, en zullen nooit weten hoe oud het mannetje precies is. Hij verscheen eerder dit jaar onverwacht in onze kamer en zal op een gegeven moment weer verdwijnen. En dan waarschijnlijk voorgoed. Want hij is bepaald geen jonge god, maar eerder zo lelijk als de nacht. Maar voorlopig mag hij, voorzien van een beschermend laklaagje, zichtbaar blijven. Want mooi of lelijk, uniek is hij wél, het mannetje op de kast.