This is America
Interface 2004 nummer 2 Donderdag 15 April 2004 Het zal niet gauw weer gebeuren dat ik een column zit te schrijven in een motelkamer in Starke, Florida, USA. Voor de tweede keer bezoek ik, nu samen met mijn jongste zoon, dit land. Dit merkwaardige, boeiende land. Het deel van Florida waar wij verblijven is niet het mooiste deel. Wij zijn hier echter niet voor de omgeving, maar om onze penvriend William te bezoeken, die al ruim zeventien jaar in de dodencel zit. En daarom nemen we het gebrek aan overweldigende natuur voor lief. Trouwens, er mogen hier geen hoge bergen en diepe dalen zijn, de bossen ogen toch ook heel mooi. Ons motel grenst aan zo'n bos, maar daar zal ik me niet gauw in wagen. Behalve herten, kun je er ook everzwijnen tegenkomen en zelfs kleine bruine beren. En daar heb ik geen zin in, "no thanks". Maar ik vind het wel zielig als ik op een nacht wakker word van een geweerschot: er zijn jagers bezig in het bos, ach, die arme dieren. De streek is dus niet de mooiste van Florida en er zijn ook weinig toeristische attracties. Maar de Indianenwinkel c.q. museum, is interessant. De mevrouw achter de toonbank is zelf van Indiaanse afkomst. Ze praat graag, niet alleen over het leed dat de Indianen hebben geleden, maar ook over het huidige Amerika. Vroeger woonde ze in Miami Beach. Het was daar mooi, en anders dan in dit deel van Florida kent het zuiden geen seizoenen. Het is er altijd zomer. Miami veranderde toen eerst de Cubanen kwamen en later de Haïtianen. Met bootjes ontvluchtten ze de dictators van hun land, en in Miami probeerden ze een nieuw bestaan op te bouwen. "Ze namen het land over," zegt de mevrouw van de Indianenwinkel. De autochtone bevolking begon te vertrekken. En toen de mevrouw bij sollicitaties werd gevraagd of ze wel Cubaans sprak, vertrok ook zij. Want ze leefde in Amerika. Ze moest haar eigen taal kunnen spreken in haar eigen land, vond ze en daarom woont ze nu hier. De rust in de 'country' spreekt haar aan. Ze is hier gelukkig, maar ze zou nog gelukkiger zijn als de weersomstandigheden beter waren. En dat zouden wij ook wel willen. De eerste dagen waren verrukkelijk, maar toen begon het te regenen en na de regen kwam de kou. Nee, we hebben het weer niet mee, deze dagen. In het restaurant waar we 's avonds dineren zegt een serveerster tegen een collega dat dit 'Dutch weather' is, dat alleen Hollanders van dit weer houden. Zo komen de praatjes dus de wereld in, want wij houden helemaal niet van die waterkou en die nattigheid, wij willen de zon. Net als de Amerikanen, veel ouderen, die hier aan het overwinteren zijn. Je ziet ze bij bosjes in de restaurants, de mannen met honkbalpetjes, hun vrouwen in een warm jack. En allemaal lopen ze op witte sportschoenen. Trouwens, ook de andere restaurant¬bezoekers dragen graag sportschoenen, zelfs chique geklede dames. Wat ook erg opvallend is: het grote aantal veel te zware mensen. Het gebeurt regelmatig dat wij ons hart vasthouden als zo'n meneer of mevrouw zich op een stoel laat zakken. Maar de stoelen zijn erop gemaakt, het gaat elke keer goed. En tussen die zware mensen zie je dan de serveersters bezig, waarvan sommige superslank. Amerika is een land van uitersten, superzwaar en superslank, steenrijk en pure armoe. We zien de prachtigste huizen, en we zien krotten waar je een hond nog niet in zou huisvesten. We zien senioren compleet met cowboyhoed en sigaar rijden in de duurste sleeën, en we zien bejaarde mensen aan het werk in de supermarkt. Sommigen werken omdat ze zich niet uitgerangeerd willen voelen en om onder de mensen te zijn. Maar schrijnend is het als je tachtigjarigen bezig ziet omdat ze van hun pensioentje niet rond kunnen komen. Veel Amerikanen hebben meerdere banen. Ondermeer om de hoge ziekteverzekeringspremie te kunnen betalen. Trouwens, veel mensen kunnen dat evengoed niet en hebben geen verzekering. Armoe in een land dat miljarden spendeert aan de oorlog in Irak, en peperdure ruimtevaartprogramma's. Met ons Nederlands denken is dit nauwelijks te bevatten. Maar omgekeerd begrijpen veel Amerikanen ons weer niet. Homohuwelijken, de coffeeshops, seksuele voorlichting, ze snappen er niets van. Uitleggen werkt niet, de kloof tussen de conservatieve 'American way of thinking' en onze progressieve denkwijze is te groot.Over een paar dagen gaan we naar huis en verlaten we dit land van uitersten. Het land van de gele schoolbussen en de 'yellow ribbons' om de bomen. De bomen..."oh, how I love the palmtrees". Amerika, land van: "How are you today?" en "Have a nice day." En of dat nu wel of niet gemeend is: ik hou van die beleefdheid, daar kunnen wij Nederlanders nog veel van leren. Amerika, met op elke hoek wel een kerk, maar van Christelijke vergeving is geen sprake zolang er nog doodvonnissen worden uitgevoerd. Amerika, dit verbazingwekkend land... het roept zoveel tegenstrijdige gevoelens op. Maar ik weet nu al dat ik dit mooie, dit gekke land, dit land van veel te veel en veel te weinig, dat ik dit land toch missen zal.
Dini Commandeur