Dit blog...

Welkom op de website van Dini Commandeur. Als columniste heeft Dini een flink aantal columns voor verschillende bladen geschreven. Daarnaast schrijft Dini af en toe korte verhalen. Deze columns en verhalen zijn op deze website beschikbaar voor iedereen. Periodiek worden hier ook de nieuwste columns en verhalen gepubliceerd.

Archieven

01 Jan - 31 Dec 2023
01 Jan - 31 Dec 2022
01 Jan - 31 Dec 2021
01 Jan - 31 Dec 2020
01 Jan - 31 Dec 2019
01 Jan - 31 Dec 2018
01 Jan - 31 Dec 2017
01 Jan - 31 Dec 2016
01 Jan - 31 Dec 2015
01 Jan - 31 Dec 2014
01 Jan - 31 Dec 2013
01 Jan - 31 Dec 2012
01 Jan - 31 Dec 2011
01 Jan - 31 Dec 2010
01 Jan - 31 Dec 2009
01 Jan - 31 Dec 2008
01 Jan - 31 Dec 2007
01 Jan - 31 Dec 2006
01 Jan - 31 Dec 2005
01 Jan - 31 Dec 2004
01 Jan - 31 Dec 2003
01 Jan - 31 Dec 2002
01 Jan - 31 Dec 2001
01 Jan - 31 Dec 2000
01 Jan - 31 Dec 1999
01 Jan - 31 Dec 1998
01 Jan - 31 Dec 1997
01 Jan - 31 Dec 1996
01 Jan - 31 Dec 1995
01 Jan - 31 Dec 1994
01 Jan - 31 Dec 1993
01 Jan - 31 Dec 1991
01 Jan - 31 Dec 1990
01 Jan - 31 Dec 20
01 Jan - 31 Dec 08
01 Jan - 31 Dec 00

E-mail

Mail

Links

dini's site in english
dini's site in dutch
Veel meer columns
en nog meer columns
Leeskring
B9-Literatuur
Schrijverspunt

Zoek!

Overig

Powered by Pivot - 1.40.7: 'Dreadwind' 
XML: RSS Feed 

« Tot lering en vermaak… | Home | Van alles en nog wat.… »

Een boom naast een boom naast een boom.

Bancorama 1994 nummer 6 Donderdag 15 December 1994

Vroeger heb ik een tijdje bij een jongerenkoorgezongen. De liederen die we instudeerden waren melodisch vaak erg mooi. De tekst was een andere zaak. De tekstschrijver zal zijn best wel gedaan hebben, maar wat hij bedoelde met zijn woorden was ons vaak een raadsel. Een liedje, althans het refrein hiervan, kan ik me nog goed herinneren:

      Een boom naast een boom naast een boom,

      en nooit eens een goede dag.

      Maar deze boom is gaan spreken,

      toen hij de mensen zag.

Wat de schrijver met dat lied en refrein heeft beoogd zal voor mij immer een raadsel blijven. Maar ik ken nog steeds de melodie. En het refrein jengelt en zeurt tegenwoordig hele dagen door mijn hoofd. Een boom naast een boom naast een boom. 't Is om tureluurs van te worden. En toch zo logisch dat al na die jaren de herinnering aan dat lied weer bovenkomt. Want wat is het geval?

Wij wonen in een straat met bomen. Volgend jaar is het vijftig jaar geleden dat die bomen door schoolkinderen zijn ge­plant. Het verhaal gaat dat de bomen, Canadese suikeres­doorns,ge­schonken zijn door onze Canadese bevrijders. De wijk was toen een nieuwbouwwijk. De boompjes die voor de oorlog waren geplant, zijn in de oorlogswinters gekapt en opgestookt. De Canadezen kwamen, de Duitsers werden verslagen en de opbouw kon beginnen. En zo kwamen de bomen hier. Ze stonden hier al dertig jaar toen wij in deze straat kwamen om een huis te bezichtigen. "Hier wil ik wonen," zei ik verrukt. Want hoewel het in het vroege voorjaar was, en er nog geen blad aan de bomen zat, had de straat toch de allure van een laan. Tikje statig, maar toch gezellig. Wat moest het hier mooi zijn in zomer en herfst. In een zomermaand verhuisden we. De bomen stonden in volle groene glorie. Vogels hadden nesten in de takken gebouwd en leerden hun jongen vliegen. Het was warm, dat jaar. De bomen zorgden voor verkoeling. En toen de herfst kwam lieten de takken hun bladeren los en werd het lichter in de straat. Wekenlang waren de stoepen en tuinen bedekt met bladeren. Kinderen speelden er mee, bouwden er hutten van, totdat de reinigingsdienst het laatste blaadje weg zoog. In de winter stonden de bomen kaal, en soms sneeuwwit te wachten op de lente. Het voorjaar diende zich aan doordat de bomen een stroperige substantie loslieten. Dat duurde niet lang. De knoppen begonnen uit te botten en korte tijd later stonden de suikeresdoorns weer met hun groene pracht te pronken. Boom naast boom naast boom. Jaar in, jaar uit.

Maar nu is er iets mis. De bomen, "onze" bomen, gaan verdwijnen. Hoe het precies zit is ons nog niet officieel verteld. We hebben het uit de krant. Er schijnen wortels ziek te zijn, wat de bomen "wankel" maakt. En omdat straatmakers onlangs ook nog wortels hebben weggehaald staan ze nu HELEMAAL los in de grond. Dus als het gaat stormen kunnen ze omwaaien. Zo heb ik de uitleg begrepen, maar we krijgen nog een voorlichtings­avond, heb ik gehoord. De bomen zullen dus verdwijnen uit de straat. Na bijna vijftig jaar worden ze gekapt en nooit zal ik in het voorjaar Mozarts "Komm lieber Mai und mache die Bäume wieder grün" kunnen zingen zonder de esdoorns te herdenken. Nooit zullen we weer enorme hoeveelheden bladeren hoeven te vegen. Nooit meer klagen dat de auto van die natte bladeren zo vuil wordt. Die overlast hebben de meeste bewoners van onze straat altijd voor lief genomen. Het hoorde er gewoon bij. Misschien is het wel een beetje belachelijk om over onze bomen te treuren terwijl er elders in de wereld elke dag voetbalvelden vol regenwoud verloren gaan. Maar hier in het noorden van het land zijn niet zoveel bomen, daarom zijn we er zo zuinig op. Toch, hoe je het ook wendt of keert, is er geen enkele hoop dat de bomen blijven staan. Ze gaan eraan. Boom na boom na boom. Voor de vogels en de vleermuizen is dat een ramp, zij moeten een nieuw plekje zien te vinden. Voor ons, vooral voor de mensen die hier geboren en getogen zijn, betekent het een andere straat. Een kale straat. De lommerrijke laan is binnenkort voltooid verleden tijd. De jaren van de Canadese suikeresdoorns zijn voorbij. Voorgoed voorbij.

Dini Commandeur.


 

Design and implementation by Focusys