Over werk.
Bancorama 1996 nummer 2 Maandag 15 April 1996Op een middag ben ik bij een vriendin op bezoek. Haar man belt op: hij moet overwerken. Zij vindt dat niet leuk. Haar man werkt namelijk erg vaak over. Mijn vriendin is bang dat hij zich ziek werkt. Onlangs gebeurde dat in haar omgeving: twee kennissen, workaholics, kregen kort na elkaar een hartinfarct.
Het liep goed af, gelukkig. Maar ze zijn er nog lang niet, die twee. "AI dat harde werken," zegt mijn vriendin bezorgd, "De wereld gaat aan vlijt ten onder." Ze citeert de titel van een boek van Max Dendermonde, zijn beste naar mijn mening, maar dit terzijde. Ik kan niet nalaten dat citaat een beetje te veranderen. "De ene helft van de wereld gaat aan vlijt ten onder, de andere helft aan verveling." Want dat is het tijdsbeeld van de jaren negentig. De werkenden die te kampen hebben met een steeds hogere werkdruk. En daartegenover de verveling van al die mensen zonder werk, al die Vutters, AOW’ers, huisvrouwen, zieken en bejaarden. AI die werkzoekenden, al die vrouwen die willen herintreden maar hun leeftijd tegen hebben, al die baanloze jongeren... De wereld gaat niet alleen ten onder aan vlijt en verveling, maar ook aan immense ongelijkheid!In de toekomst zal dat allemaal wel weer veranderen. Want zoals het spreekwoord zegt: " 't verandert somtijds in een uur, wat zeven jaar ons was zo zuur."
En ondertussen moeten werkenden en werkzoekenden er het beste van zien te maken. Verveling hoeft in geen geval. Trouwens, als er iets slecht is voor de gezondheid, dan is het wel verveling. Daarom zijn er velen die bij gebrek aan een betaalde baan, werken als vrijwilliger (m/v). En ik bedoel niet vrijwilligerswerk in de vorm van een leuke bestuursfunctie van een leuke vereniging.
Nee, ik bedoel vrijwilligerswerk waarbij je letterlijk de handen uit de mouwen steekt. Voor veel mensen is vrijwilligerswerk een zegen. Want al word je er niet voor betaald, je bent toch nuttig bezig in de maatschappij. Het heeft meer voordelen. Werkzoekenden krijgen door hun vrijwilligerswerk werkervaring, en soms zelfs door dat werk een betaalde baan. Vrijwilligerswerk helpt tegen eenzaamheid. Ik ken vrijwilligsters die ook daarom voor geen goud hun baantje kwijt willen. Maar de meesten doen het gewoon voor hun plezier, om "eruit te zijn" en om in de maatschappij te staan. Zelf werk ik vrijwillig als invalster bij de dagopvang van een Dienstencentrum. Als een van mijn "collega's" ziek is of met vakantie, kom ik opdraven. Het is mooi en boeiend werk.
Eerlijk is eerlijk, het is niet altijd leuk. Het is soms zelfs balen, als mevrouw T. weer een "klaagdag" heeft, en meneer J. kwaad is, omdat zijn "lievelingsvrijwilligster" er niet is (die ik dus vervang). Het is niet leuk als de dames G. en Z. de hele middag zitten te hakketakken. Maar meestal is het erg gezellig op de dagopvang. Wij, de vrijwilligsters, houden de bezoekers bezig met spelletjes, wandelen, handenarbeid, en praten, veel praten.
Dat is dus onze taak: gezelligheid brengen en de bezoekers bezighouden. Het gaat om mensen die niet de hele dag thuis kunnen zijn, bijvoorbeeld omdat ze alleen en eenzaam zijn. Sommigen zijn lichamelijk gehandicapt en gaan naar de dagopvang zodat hun partners dan even vrij van zorg zijn. ledereen die de dagopvang bezoekt heeft zijn of haar eigen verhaal. Waar ik in het begin het meest van onder de indruk was, waren de mensen die een herseninfarct hadden gehad. Het ene moment ben je gezond, het volgende moment veroordeelt je tot een levenslang gebruik van de rolstoel. Het ene moment ben je een succesvolle zakenman, en na die ramp kun je niet eens meer zelf je jas dichtknopen.
Typisch is dat degenen die het meest te klagen hebben dat eigenlijk bijna nooit doen.
Het gaat altijd goed met hen. Ja, het is boeiend werk, daar bij de dagopvang van het Dienstencentrum. Niet altijd gemakkelijk. Een rolstoel duwen met een fors iemand daarin, valt niet mee. En mentaal vergt het soms best veel om de verveling te lijf te gaan in een groep zeer verschillende mensen. Maar goed, onze wereld in het Dienstencentrum gaat niet aan vlijt ten onder, en zeker niet aan verveling. Dankzij een goede samenwerking en verstandhouding. Maar dat geldt voor de meeste banen, in welk beroep dan ook, betaald of onbetaald.
Dini Commandeur
BANCORAMA nr. 2 -1996