Dit blog...

Welkom op de website van Dini Commandeur. Als columniste heeft Dini een flink aantal columns voor verschillende bladen geschreven. Daarnaast schrijft Dini af en toe korte verhalen. Deze columns en verhalen zijn op deze website beschikbaar voor iedereen. Periodiek worden hier ook de nieuwste columns en verhalen gepubliceerd.

Archieven

01 Jan - 31 Dec 2023
01 Jan - 31 Dec 2022
01 Jan - 31 Dec 2021
01 Jan - 31 Dec 2020
01 Jan - 31 Dec 2019
01 Jan - 31 Dec 2018
01 Jan - 31 Dec 2017
01 Jan - 31 Dec 2016
01 Jan - 31 Dec 2015
01 Jan - 31 Dec 2014
01 Jan - 31 Dec 2013
01 Jan - 31 Dec 2012
01 Jan - 31 Dec 2011
01 Jan - 31 Dec 2010
01 Jan - 31 Dec 2009
01 Jan - 31 Dec 2008
01 Jan - 31 Dec 2007
01 Jan - 31 Dec 2006
01 Jan - 31 Dec 2005
01 Jan - 31 Dec 2004
01 Jan - 31 Dec 2003
01 Jan - 31 Dec 2002
01 Jan - 31 Dec 2001
01 Jan - 31 Dec 2000
01 Jan - 31 Dec 1999
01 Jan - 31 Dec 1998
01 Jan - 31 Dec 1997
01 Jan - 31 Dec 1996
01 Jan - 31 Dec 1995
01 Jan - 31 Dec 1994
01 Jan - 31 Dec 1993
01 Jan - 31 Dec 1991
01 Jan - 31 Dec 1990
01 Jan - 31 Dec 20
01 Jan - 31 Dec 08
01 Jan - 31 Dec 00

E-mail

Mail

Links

dini's site in english
dini's site in dutch
Veel meer columns
en nog meer columns
Leeskring
B9-Literatuur
Schrijverspunt

Zoek!

Overig

Powered by Pivot - 1.40.7: 'Dreadwind' 
XML: RSS Feed 

« An die Musik | Home | Een goed hart »

Twee enkeltjes en een meermanskaart.

Bancorama 1998 nummer 2 Vrijdag 15 Mei 1998 De lente waart weer door het land, en dus is het voor mijn reisvriendin Anna en mij tijd voor een dagje uit. Een ander gaat in het voorjaar poetsen en boenen, en wij gaan naar het station. Daar komen we een, altijd ernstig kijkende, kennis tegen. "Waar zal de reis naar toe?" vraagt ze. "Naar Amsterdam," zeggen wij. Blijkbaar heeft zij niet veel op met onze hoofdstad want denigrerend vraagt ze wat we in vredesnaam dáár gaan doen. "De bloemetjes buiten zetten en de beest uithangen," zeggen wij, in een lauwe poging haar te laten lachen. Het werkt niet. "O," fluistert ze en verdwijnt geschokt richting busstation. 

Goedgehumeurd gaan wij naar het loket, waar we worden geholpen door een vriendelijke mevrouw, die ons aanraadt twee enkeltjes Wolvega te kopen en vanaf daar op een meermanskaart naar Amsterdam te reizen. Was het al negen uur geweest dan hadden we gewoon een meermanskaart Leeuwarden-Amsterdam v.v. kunnen nemen maar nu, om half negen, moet het maar op deze manier. Het scheelt een tientje op gewone retourtjes, en dat is toch mooi meegenomen want de reis kost al genoeg. Foeterend op de NS die treinreizen voor ons zo duur maakt en zelf beste winsten boekt, stappen we in de trein. Toch laten we ons goed humeur niet bederven door de Spoorwegen, want de houding van die aardige lokettiste maakt veel goed. "Zo zie je maar weer," zeggen we tegen elkaar, "wat een  verschil van mentaliteit er toch is in de dienstverlening." Dat blijkt even later wel weer als een knorrige conducteur onze kaartjes controleert. Die man moet maar eens een poosje bij die vriendelijke lokettiste in de leer, daar zou hij wel van opknappen, menen wij.

Ondanks dure treinkaartjes en soms knorrige conducteurs mag ik graag met de trein reizen. Samen met Anna heb ik al heel wat treinkilometers gereisd, en zeer tot ons genoegen. Nu gaan we dus maar weer eens naar Amsterdam, want Amsterdam verveelt ons nooit.

Vandaag is het eerst vrij rustig in onze coupé, en dat geeft Anna en mij de gelegenheid om even bij te praten. Ondertussen volgen we de wereld buiten de trein. We zien koeien stoeien, twee paarden zijn aan het sprinten, lammetjes spelen tikkertje, een ons onbekend roofvogeltje neemt een duikvlucht en een grote reiger vliegt een stukje met ons mee. De lente toont zich in vol ornaat.

In Zwolle stappen veel passagiers uit, maar het perron staat vol wachtenden en in een oogwenk is onze coupé vol. Tijd dus om onze aandacht naar de medereizigers te verleggen. Niets zo boeiend als de mens, tenslotte.  Zoals meestal zit de coupé weer vol met krantenlezers, huiswerkmakers, kwebbelende vriendinnen, giechelende schoolmeisjes, met hun walkman meeswingende studenten, enzovoort. Nieuw de laatste tijd zijn de passagiers met de mobiele telefoon. Achter mij zit een mevrouw met zo'n ding en natuurlijk wordt ze gebeld. Omdat men door de telefoon altijd luider spreekt dan normaal, kunnen wij duidelijk haar deel van het gesprek volgen. "Meen je dat," horen we, en: "'t Is toch niet waar, zei hij dat echt? Nou zeg maar tegen hem dat-ie moet oppassen. Een mens wordt altijd ingehaald door zijn eigen fouten. Neem dat maar van mij aan." Zo gaat het nog een poosje door en wij kunnen niet anders dan meeluisteren. Een mobiele telefoon gebruiken in een volle trein is "not done", maar hemel, zo'n gesprek wekt wel een brandende nieuwsgierigheid op.

Amsterdam is heerlijk in de lente. Voor herhaling vatbaar, zeggen we als we 's avonds vermoeid maar tevreden naar het Centraal Station lopen.

De trein terug is vol. We delen de coupé ondermeer met een stel vrolijke heren, gehuld in een overweldigende dranklucht. Als zij in Amersfoort zijn uitgestapt wordt het een stuk rustiger om ons heen. En hoe dichter we bij huis komen, hoe stiller het wordt in de trein. Een aardige conducteur controleert na Heerenveen voor de laatste keer de kaartjes, en voor we het weten zijn we al weer in Leeuwarden.

Later die week kom ik die altijd ernstige kennis weer tegen. "Hoe was het in Amsterdam?" vraagt ze. "Prachtig," zeg ik. En ik vertel haar "DE AVONTUREN VAN ANNA EN DINI IN AMSTERDAM". "'t Was heerlijk, maar o zo vermoeiend," besluit ik mijn verhaal. "Dat wil ik best geloven," zegt ze, en warempel, ze lacht!

Dini Commandeur.


 

Design and implementation by Focusys