Dit blog...

Welkom op de website van Dini Commandeur. Als columniste heeft Dini een flink aantal columns voor verschillende bladen geschreven. Daarnaast schrijft Dini af en toe korte verhalen. Deze columns en verhalen zijn op deze website beschikbaar voor iedereen. Periodiek worden hier ook de nieuwste columns en verhalen gepubliceerd.

Archieven

01 Jan - 31 Dec 2023
01 Jan - 31 Dec 2022
01 Jan - 31 Dec 2021
01 Jan - 31 Dec 2020
01 Jan - 31 Dec 2019
01 Jan - 31 Dec 2018
01 Jan - 31 Dec 2017
01 Jan - 31 Dec 2016
01 Jan - 31 Dec 2015
01 Jan - 31 Dec 2014
01 Jan - 31 Dec 2013
01 Jan - 31 Dec 2012
01 Jan - 31 Dec 2011
01 Jan - 31 Dec 2010
01 Jan - 31 Dec 2009
01 Jan - 31 Dec 2008
01 Jan - 31 Dec 2007
01 Jan - 31 Dec 2006
01 Jan - 31 Dec 2005
01 Jan - 31 Dec 2004
01 Jan - 31 Dec 2003
01 Jan - 31 Dec 2002
01 Jan - 31 Dec 2001
01 Jan - 31 Dec 2000
01 Jan - 31 Dec 1999
01 Jan - 31 Dec 1998
01 Jan - 31 Dec 1997
01 Jan - 31 Dec 1996
01 Jan - 31 Dec 1995
01 Jan - 31 Dec 1994
01 Jan - 31 Dec 1993
01 Jan - 31 Dec 1991
01 Jan - 31 Dec 1990
01 Jan - 31 Dec 20
01 Jan - 31 Dec 08
01 Jan - 31 Dec 00

E-mail

Mail

Links

dini's site in english
dini's site in dutch
Veel meer columns
en nog meer columns
Leeskring
B9-Literatuur
Schrijverspunt

Zoek!

Overig

Powered by Pivot - 1.40.7: 'Dreadwind' 
XML: RSS Feed 

« De beschermengel | Home | Bijstandsvrouwen »

Een echte column.

Bancorama 1999 nummer 6 Woensdag 15 December 1999 Sinds 1994 schrijf ik columns voor uw bedrijfsblad, en pas nu hoor ik dat dat geen echte columns zijn. Althans, dat beweert Giena. Giena is een kennis van me. Ze is geen gemakkelijke tante, maar ik kan zo heerlijk met haar over muziek en boeken praten en daarom is ze toch welkom bij mij thuis. Ze heeft de gewoonte onverwacht binnen te val­len.

Zoals nu, want vandaag komt ze een bepaald boek lenen. "Ga maar naar mijn werkka­mer en pak het zelf maar even," zeg ik terwijl ik theewa­ter opzet. Gie­na heeft niet alleen het boek bij zich als ze weer naar beneden komt, maar ook een paar Bancora­ma's. "Even jouw stukjes le­zen," zegt ze. Als ze ten­slotte de Banco­ra­ma's opzij legt, kijkt Giena me hoofd­schuddend aan.

"Dit zijn geen echte co­lumns," zegt ze. "Een echte column moet een boodschap vermel­den. Dit zijn huis­jeboompje­beest­je­stukjes." Ik bekijk welke co­lumns ze gelezen heeft. "Twaalf uur per week" gaat over mijn gast­kindjes. Een huiselijk ver­haaltje, inder­daad. Toch zit er wel dege­lijk een bood­schap in. Namelijk dat werk buitenshuis niet zalig­makend hoeft te zijn. En dat het ontzet­tend leuk is om met peuters die-de-we­reld-ontdekken om te gaan. "De ont­haas­ting" en "Zieli­ge dier­tjes" heeft Giena ook gele­zen. In "De ont­haasting" zit ik met dagop­vangbezoekers van het Dien­stencen­trum in het park. Boompje dus. De boodschap van dat stukje is de tijd te nemen om te genieten van "gewone" dingen als de natuur. "Zielige diertjes" (beest­je)is speciaal geschreven voor de dierenliefhebbers onder de Bancora­malezers, en heeft geen bood­schap. Giena vindt dat maar niets. "Een echte column moet maatschappij-kritisch zijn," zegt ze. "Een columnist brengt misstanden aan het licht en mag de veroorzaker daarvan flink op zijn falie geven. "Zoals Car­rie dat zo goed kan," begrijp ik, doelend op de rood­harige felle colum­niste uit Rot­terdam, die onver­bloemd haar frustraties van zich af­schrijft. "Precies, zij weet hoe het moet," be­aamt Giena. "Maar zij is zo grof. De woor­den die zij regelma­tig gebruikt horen abso­luut niet in een blad als Banco­rama thuis. En trou­wens, zou ze ooit iets hebben bereikt met haar onconven­tionele stijl?" vraag ik. Giena denkt van wel. Want het gaat er vooral om dat ze de men­sen wakker schudt en ze bewust maakt van wat niet klopt in de maat­schap­pij. "En ver­geet niet dat de pen machtiger is dan het zwaard." Maar dat geloof ik niet. Hoe­wel, als ik in het blad van Amnesty In­ter­nati­onal lees dat er dank­zij brieven­ac­ties gewetensgevan­ge­nen zijn vrij­gelaten, ja dan is de pen zeker een machtig wapen. Maar in zulke gevallen draait het om het aantal brieven, hoe meer hoe beter. De inhoud van een co­lumn is andere koek. Ik mag ze wél graag lezen, de co­lumns die je even laten schrikken en je ogen doen opengaan voor zaken die ze anders niet zouden zien. "En hoe moet ík dan, volgens jou, een echte column schrij­ven?" vraag ik. Giena heeft niet alleen mijn stuk­jes in Banco­rama gelezen maar ook de Bank­aro­ma's. Ik moet maar eens ant­woord geven op vraag 7: wat vind je vrese­lijk/ erge­lijk? Ja ho even, mijn streven is altijd enige humor in mijn verhaaltjes mee te nemen. Als ik nu moet schrijven wat ik vre­selijk en ergelijk vind, dan valt er echt niets meer te la­chen. En daar­bij, wat interesseert de lezer het nu waar ik mij aan erger. Maar Giena zegt dat ergernissen bouw­stenen voor een goede co­lumn kunnen zijn. Om haar een plezier te doen begin ik dus aan een rijtje: Ik erger me aan de kauw­gom­plakka­ten op de nieuw bestraatte Nieu­westad. Ik erger me nu al aan de horizon vervui­lende toren die straks aan de Sophialaan zal ver­rij­zen. De glazen erectie van Bonnema, noemt de Leeuwarder zanger Sido Martens dat pres­tige object. Want waar draait het zoals gewoon­lijk weer om? Inderdaad: die van mij is (lekker puh) groter dan die van jou. Ik erger me aan over­jari­ge tie­ners die idi­oot hard met hun au­to's door de stra­ten jakke­ren. En aan vanda­lis­me. In mijn boek Prak­ti­sche Psycho­logie staat dat ver­niel­zucht vooral voor­komt onder pu­bers, hun hormo­nen zijn er de oorzaak van. Kan zijn, maar iede­re puber heeft last van zijn hormonen en toch is niet elke puber een vanda­list.

"Giena, ik vind hier niks aan. Zal ik even een mooi ceedeetje opzetten?" vraag ik. Maar Giena is vastbe­sloten mij te leren hoe ik een echte column moet schrijven, dus gaan we door met de ergernis­sen. Als iemand voordringt in een winkel, dat is erger­lijk. Rommel en viezigheid op straat, ook zo'n ergernis. En die eier­gooiers in Kollum destijds, daar heb ik me flink aan ge­rgerd. Alsof je met eiergooien problemen kunt oplossen.

In winkels of bij in­stanties lang moeten wachten tot je gehol­pen wordt is ook er­gerniswekkend. En hier wil ik even dieper op ingaan. Want lang wachten ge­beurt sinds de sluiting van zoveel bijkan­toren helaas re­gelmatig op de kantoren die nog open zijn. Ook op het bijkantoor waar ik mijn zaken regel is lang wachten een cliëntonvriendelijk resultaat van twee gesloten kantoren. En ik heb cliënten horen schelden en ik heb gezien hoe ze woe­dend het kantoor weer verlieten. Ook heb ik gehoord over cli­ënten die met elkaar op de vuist gin­gen. Zielig vond ik het ver­haal van een oude dame die bij een gesloten bij­kantoor voor de pinau­to­maat stond. Ze wou pin­nen, maar wist niet hoe dat moest. Ze vroeg tenslotte aan een voor­bijgangster of die het voor haar wou doen en gaf haar haar pas én pinco­de. Ge­luk­kig was dat een eerlijke mevrouw, maar het had natuur­lijk heel anders kunnen gaan. Ik heb trouwens grote be­wondering voor de mensen achter de balie van een druk kan­toor. Je zal toch maar zoveel te doen hebben en dan ook nog de woede van ongedul­dige cli­ënten over je heen krij­gen. Hoe is dat vol te houden, en lukt het wel om nog ple­zier in het werk te hebben? Goed, de slui­ting van al die bij­kantoren heeft dus heel wat ergerlijk­he­den tot gevolg. Maar dat de klei­ne man bij de bank blijk­baar niet meer meetelt is erger dan ergerlijk. Ook daar hoor ik weleens iets over, zoals laatst bij de kapper. En ik was niet de enige die in die bomvolle kappers­zaak de klachten van twee wachtende dames over de Friesland bank moest aan­horen. Nee, een goede reclame waren die verha­len niet voor onze bank. Soms komen ook kennis­sen wel­eens met jere­mia­des aan, maar daar maak ik altijd korte metten mee. "Het zal niets helpen, maar als er iets te kla­gen valt, klaag dan bij de beleidsma­kers," zeg ik altijd. Want naar ik aanneem is over dit beleid nage­dacht. En het zal onge­twij­feld gunstig zijn voor het be­drijf. Maar het is te hopen dat het welzijn van de (balie)­me­de­wer­kers en de tevre­den­heid van ook kleine cliënten, niet uit het oog ver­loren wordt. Goed per­so­neel is onmisbaar en vele kleintjes maken één grote.

"Zo," zeg ik tegen Giena. "Genoeg ergernissen gehad. Nu is het tijd voor een ander onderwerp." "Ja," zegt ze. "Nu wil ik weten wat je vreselijk vindt."

Maar Giena kan me me wat. Ik doe niet meer mee met haar vraag-en-antwoord spelletje. Want om na al die ergernissen nu aan het wereldleed te begin­nen zie ik niet zitten. Daar wordt trouwens in de krant al genoeg over ge­schreven. Giena had het erover dat een echte column een bood­schap te melden heeft. Ze zegt dat het erom gaat dat ik één on­der­werp van de lijst erger­lijkhe­den kies, en daar dan een pittig stukje inclusief boodschap over schrijf. Typisch Gie­na. Eerst laat ze me uitweiden over een hele reeks ergernissen, en dan moet het maar over één zo'n item gaan. Als het maar maat­schap­pij-kritisch en "Carrie-achtig" is. Want die columns van Car­rie, dat zijn pas echte columns, zegt ze. Maat­schappij-kritisch? Prima, heb ik niets op tegen. Maar Carrie-achtig? Ik wil het niet eens proberen. Want Carrie is Carrie en ik ben ik. Het lijkt me trouwens toch beter dat niet Giena, maar ik zelf be­paal waar­over en hoe ik schrijf. Of dat nu een echte column is of niet.

Maar voor nu rest mij u een geweldig 2000 toe te wensen. Zónder mil­len­ni­umproblemen, maar mét genoeg werkplezier, een goede ge­zond­heid en heel veel geluk.

Dini Commandeur.


 

Design and implementation by Focusys